Het Staatsbesluit van 29 mei 1997, ook bekend als het Grondstoffenbesluit 1997, werd ingevoerd in Suriname om de Wet Tarief van Invoerrechten 1996 (S.B. 1995 no. 111) uit te voeren en om de Republiek Suriname toe te laten treden tot de Gemeenschappelijke Markt van de CARICOM. Dit besluit voorziet in volledige vrijstelling van invoerrechten voor bepaalde grondstoffen, halffabrikaten, hulpstoffen en verpakkingsmiddelen die worden ingevoerd ten behoeve van productiebedrijven in de sectoren nijverheid, landbouw, tuinbouw, sierteelt, veeteelt, visserij, voedingsmiddelen-, frisdranken- en vruchtensappenindustrie.
Het doel van het Grondstoffenbesluit 1997 is om de lokale productie te bevorderen en de kosten van import te verlagen voor bedrijven die in Suriname gevestigd zijn en goederen vervaardigen. De vrijstelling van invoerrechten is slechts van toepassing op ondernemingen die binnen Suriname goederen vervaardigen en die bij de Directeur der Belastingen bekend zijn als belastingplichtigen. De vrijstelling geschiedt bij wijze van schorsing, en de vrijstellingsgenietende moet op de aangifte ten invoer verklaren dat de betreffende goederen uitsluitend zullen worden aangewend voor de vervaardiging van andere goederen.
In het Grondstoffenbesluit 1997 worden grond- en hulpstoffen gedefinieerd als goederen die ten behoeve van een productieproces in Suriname duurzaam worden aangewend of zodanig daarin worden verwerkt of bewerkt dat deze een vormverandering ondergaan, waarbij in het geval van slechts bewerking er na het bewerkingsproces sprake is van een duidelijke, merkbare toegevoegde waarde. Halffabrikaten worden gedefinieerd als goederen die tijdens het productieproces geen vormverandering ondergaan, maar dat daarna, als onderdeel van het vervaardigde goed, zijn oorspronkelijke staat en zijn zelfstandig karakter blijvend verliest.
Het Grondstoffenbesluit 1997 geeft geen vrijstelling van invoerrechten voor vervoermiddelen die moeten worden ingedeeld in hoofdstuk 87 van de tarieflijst als bedoeld in artikel 2 lid 2 van de Wet Tarief van Invoerrechten 1996. Bovendien wordt geen vrijstelling verleend voor verpakkingsmiddelen die geheel of gedeeltelijk zijn vervaardigd uit edele metalen of waarin juwelen zijn verwerkt, dan wel die naar waarde, aard of voorkomen niet in verhouding staan tot de goederen die daarin zullen worden opgeborgen.
Dit besluit biedt verschillende voordelen voor het bedrijfsleven in Suriname. Ten eerste verlaagt het de productiekosten van bedrijven, omdat zij geen invoerrecht hoeven te betalen op de ingevoerde grondstoffen en halffabrikaten. Dit maakt de producten van deze bedrijven competitiever op de lokale en internationale markt. Ten tweede stimuleert het de groei van de lokale industrieën, omdat de vrijstelling alleen geldt voor bedrijven die binnen Suriname goederen vervaardigen en hierdoor kan de lokale productie van verschillende sectoren worden gestimuleerd. Dit kan resulteren in meer werkgelegenheid en economische groei.
Concluderend biedt het Grondstoffenbesluit 1997 het volgende:
- Gehele vrijstelling van invoerrecht wordt verleend voor grond- en hulpstoffen, halffabrikaten en verpakkingsmiddelen die worden ingevoerd ten behoeve van productiebedrijven in de sectoren nijverheid, landbouw, tuinbouw, sierteelt, veeteelt, visserij, voedingsmiddelen-, frisdranken- en vruchtensappenindustrie.
- De vrijstelling wordt slechts verleend aan ondernemingen die binnen Suriname goederen vervaardigen en die bij de Directeur der Belastingen bekend zijn als belastingplichtige.
- De vrijstelling geschiedt bij wijze van schorsing.
- Geen vrijstelling wordt verleend voor vervoermiddelen die moeten worden ingedeeld in hoofdstuk 87 van de tarieflijst als bedoeld in artikel 2 lid 2 van de Wet Tarief van Invoerrechten 1996.
- Geen vrijstelling wordt verleend voor verpakkingsmiddelen die geheel of gedeeltelijk zijn vervaardigd uit edele metalen of waarin juwelen zijn verwerkt, dan wel die naar waarde, aard of voorkomen niet in verhouding staan tot de goederen die daarin zullen worden opgeborgen.
- Indien nodig kan de Minister, na overleg met de Minister belast met Handel en Industrie, bij beschikking bepalen dat voor bepaalde goederen of verpakkingsmiddelen slechts een gedeeltelijke vrijstelling wordt verleend.