In navolging van de recente onthullingen over de toekenning van een concessie voor grootschalige ontbossing en landbouw in Suriname, zijn wij van de VSB diep bezorgd over de potentiële gevolgen voor ons land en onze toewijding aan milieubehoud. De voortzetting van deze ontwikkelingen zou niet alleen een directe bedreiging vormen voor ons primair bos, maar ook onze internationale reputatie als Carbon sink aantasten, waardoor we ons carbon-negatieve status dreigen te verliezen.
Een evaluatie van deze kwestie onthult enkele alarmerende tekortkomingen, waaronder het ontbreken van een environmental impact assessment (EISA) ter ondersteuning van deze ingrijpende verandering in bestemming. Het gebrek aan transparantie rond de specifieke voorwaarden van de concessie versterkt onze zorgen en ondermijnt de geloofwaardigheid van de besluitvormingsprocessen.
De mogelijke overgang van Suriname van een carbon-negatieve naar een positieve status als gevolg van 30,000 ha ontbossing en de daaruit voortvloeiende carbon emissie van 24mT is een zorgwekkend vooruitzicht. Daarnaast zou het verlies van toekomstige inkomsten uit carbon credits, geschat op meer dan $500 miljoen per jaar, een ernstige economische impact hebben.
De timing van deze ontwikkelingen is ook uiterst ongelukkig, gezien het feit dat Suriname een positief verhaal had kunnen presenteren tijdens COP28. Deze acties ondermijnen niet alleen onze inspanningen op het gebied van milieubescherming maar brengen ook de geloofwaardigheid van onze beloften aan de internationale gemeenschap in gevaar.
Wij van de VSB beschouwen dit huidige dilemma als een cruciale kans om een keerpunt te bewerkstelligen. Het stopzetten van de toekenning van de concessie aan de betrokken partij, in dit geval de mennonieten, ten koste van de primaire bosgordel van Suriname, biedt Suriname de mogelijkheid om een krachtige verschuiving te maken naar het ondersteunen van een toekomstige visie die zowel economische groei als het behoud van ons primair bos waarborgt.
De suggestie dat de concessie is verleend om een voedselschuur te creëren, roept vragen op over de gebruikte motivatie en benadrukt het belang van het vinden van alternatieve oplossingen die de risico’s op ontbossing verminderen. Een weloverwogen economische afweging, ondersteund door een grondige EISA, is essentieel om duurzame beslissingen te waarborgen en de volle omvang van de mogelijke impact op onze carbon credits in overweging te nemen.
In de komende periode zal de VSB blijven pleiten voor transparantie, verantwoordelijkheid, en duurzaamheid in het Surinaamse beleid, met als doel een evenwicht te vinden tussen economische vooruitgang en milieubescherming. Het behoud van onze Hi Forest Low Deforestation (HFLD)-status is niet alleen van nationaal belang, maar draagt ook bij aan het wereldwijde streven naar een duurzame toekomst. Wij roepen de Surinaamse overheid op om deze verantwoordelijkheid te omarmen en samen te werken aan een welvarend en ecologisch veerkrachtig Suriname.