Het Surinaamse bedrijfsleven staat op zijn kop na de recente aankondiging van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking. Op 26 maart 2024 deelde het ministerie mee dat de Surinaamse regering heeft besloten om het tarief van de Entry Fee te verhogen naar USD 50 / Euro 50, met ingang van 15 mei 2024. Deze aankondiging heeft geleid tot een golf van afschuw onder lokale bedrijven, die hun zorgen uiten over de onvoorziene gevolgen van deze maatregel.
De verhoging van de Entry Fee zal ongetwijfeld een impact hebben op verschillende aspecten van de Surinaamse economie en samenleving. Een van de meest directe effecten zal worden gevoeld in de toerismesector, waar reizigers nu geconfronteerd worden met aanzienlijk hogere kosten voor het betreden van het land. Dit kan leiden tot een daling van het aantal toeristen dat Suriname bezoekt, met als gevolg een afname van de inkomsten voor hotels, restaurants, touroperators en andere aanverwante bedrijven. Bovendien kan het ook een negatieve invloed hebben op de werkgelegenheid in deze sector, wat een zware klap zou betekenen voor duizenden Surinamers die in de toerisme sector werkzaam zijn.
Daarbovenop komen de effecten van klimaatverandering waardoor bepaalde delen van het toeristisch binnenland al gesloten zijn. De bereikbaarheid en/of uitsluitend tegen enorm verhoogde kosten van het transport, vanwege het gebrek aan water, zorgen ook al voor onvoorziene kostenstijgingen. Ook geeft de regering blijk onvoldoende inzicht te hebben, in het belang van de economische bijdrage van de vele reizigers vanuit Frans Guyana en expats vanuit andere landen vanwege Oil & Gas.
Het is van cruciaal belang dat de overheid haar besluiten motiveert en onderbouwt met relevante feiten, argumenten en juridische grondslagen, om zo het vertrouwen van burgers in het bestuur te waarborgen en willekeur te voorkomen. Het naleven van de motiveringsplicht draagt bij aan een goed functionerende rechtsstaat waarin de overheid verantwoordelijkheid neemt voor haar handelen en open staat voor kritiek en controle, hetgeen in dit kader niet het geval is.
Wat misschien nog verontrustender is, is de manier waarop deze beslissing is genomen zonder enige vorm van overleg met de private sector. Het Surinaamse bedrijfsleven voelt zich in dit geval buitengesloten en genegeerd door de regering, wat de relatie tussen de overheid en het bedrijfsleven kan ondermijnen. Overleg tussen de overheid en de private sector is van vitaal belang om ervoor te zorgen dat beleidsbeslissingen worden genomen met inachtneming van de belangen van alle belanghebbenden. Door te luisteren naar de zorgen en suggesties van lokale bedrijven kan de overheid beter geïnformeerde beslissingen nemen die gunstig zijn voor de economie als geheel.
Het is nu aan de regering om te erkennen dat een dialoog met het bedrijfsleven essentieel is voor het creëren van een gunstig investeringsklimaat en het stimuleren van economische groei. Het Surinaamse bedrijfsleven staat klaar om samen te werken met de regering om constructieve oplossingen te vinden die zowel de belangen van het land als die van de private sector dienen.