De Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB) spreekt met klem haar afkeuring uit over de wijze waarop de regering zelfstandig en zonder overleg met sociale partners beslissingen neemt die diepgaande gevolgen hebben voor de duurzame ontwikkeling van Suriname. Het recente Memorandum of Understanding (MoU) met Chinalco, gericht op de ontwikkeling van de bauxietindustrie in West-Suriname, wordt door de VSB als een gemiste kans gezien vanwege het gebrek aan visie, transparantie en inclusiviteit.
Als vertegenwoordiger van het bedrijfsleven benadrukt de VSB dat besluiten over natuurlijke hulpbronnen niet los kunnen worden gezien van fundamentele uitgangspunten zoals respect voor grondenrechten, bescherming van het milieu en duurzame economische groei. Een geïntegreerde en transparante aanpak, waarin inclusiviteit van alle belanghebbenden wordt gegarandeerd, is essentieel om echte waardecreatie voor Suriname te realiseren.
Uitverkoop van Hoogwaardige Grondstoffen
De huidige overeenkomst, gericht op het exporteren van hoogwaardig bauxiet, wordt door de VSB gekarakteriseerd als een uitverkoop van Suriname’s rijkdommen. Dit beleid ondermijnt de mogelijkheid om een duurzame, geïntegreerde industrie op te bouwen die maximaal profiteert van de aanwezige hulpbronnen. Het opzetten van een aluinaardefabriek – waarmee ruwe bauxiet tot aluinaarde wordt verwerkt – biedt een veel grotere toegevoegde waarde.
Internationale voorbeelden tonen de trend om ruwe bauxiet export te beperken en in plaats daarvan binnenlandse verwerking te stimuleren. Landen als Indonesië en Ghana hebben al wetgeving geïntroduceerd die dit ondersteunen. Suriname kan niet achterblijven in deze mondiale ontwikkeling.
Maximale Waardecreatie: Van Bauxiet tot Aluinaarde
Een vergelijking van de potentiële economische voordelen illustreert het belang van een geïntegreerde aanpak:
- Export van ruwe bauxiet (100 miljoen ton): Maximale exportwaarde van USD 8,4 miljard.
- Productie van aluinaarde (250 miljoen ton): Exportwaarde van USD 175 miljard.
Het verschil – meer dan factor 20 – benadrukt dat het exporteren van onbewerkte grondstoffen geen recht doet aan het economisch potentieel van het land. Bovendien verlengt de opzet van een aluinaardefabriek de levensduur van de mijn van 16 jaar naar meer dan 100 jaar, en creëert deze tien keer zoveel arbeidsplaatsen.
Impact op Milieu en Carbon Credits
De milieukwesties zijn eveneens zorgwekkend. Het verlies van 6.000 hectare primair bos zal naar schatting 4 miljoen ton aan CO₂-uitstoot veroorzaken. Dit kan resulteren in een verlies van USD 250-300 miljoen aan inkomsten uit carbon credits, een markt waarin Suriname internationaal een sterke positie heeft. Zonder een grondige Environmental and Social Impact Study (ESIA) en het respecteren van de FPIC-richtlijnen en belangen van de lokale gemeenschappen, is verdere ontwikkeling onverantwoord.
Geen Haast, Geen Onbezonnen Deals
De VSB roept de regering op om een zorgvuldig afgewogen beleid te hanteren. Met de verwachte olie-inkomsten vanaf 2028 heeft Suriname geen reden om te haasten met een deal die slechts op korte termijn voordelen oplevert. Het uitgangspunt moet altijd zijn om waarde aan de hulpbronnen toe te voegen in Suriname zelf.
“Geen Raffinaderij, Geen deal!” stelt de VSB met nadruk. Alleen door het maximaliseren van toegevoegde waarde en het creëren van een duurzame industrie kunnen we het potentieel van onze natuurlijke rijkdommen volledig benutten.
De VSB roept de regering op om samen met sociale partners, het maatschappelijk middenveld en andere belanghebbenden zoals inheemsen en tribale volkeren een geïntegreerde en transparante strategie te ontwikkelen. Alleen op deze manier kan Suriname duurzaam, economisch sterk en sociaal rechtvaardig groeien.