Het Tweede Decent Work Country Programme van Suriname is op dinsdag 5 november ondertekend geworden door de tripartiete partners van ons land, namelijk de overheid, werkgevers en werknemers en door de International Labour Organization (ILO). De Minister van Arbeid, Zijne Excellentie Soewarto Moestadja, die namens de regering het Decent Work Country Programme heeft getekend, riep in zijn toespraak de sociale partners op om ook dit programma gezamenlijk te implementeren, zodat verdere progressie geboekt kan worden voor wat betreft Decent Work in Suriname. De Minister gaf ook aan, dat ruim vijftig (50) procent van het Eerste Decent Work Country Programme van Suriname is geïmplementeerd, ondermeer dankzij de bereidheid om in tripartiet verband te werken aan de arbeidsagenda. De VSB directeur, de heer Steven Mac Andrew, heeft het Tweede Decent Work Country Programme van Suriname in opdracht van de Voorzitter van de Vereniging ondertekend, aangezien deze, wegens bijzondere omstandigheden, niet aanwezigheid kon zijn bij de ondertekening. De VSB directeur gaf in zijn kort relaas aan, dat Decent work in juni 1999 werd geïntroduceerd tijdens de 87ste Sessie van de International Labour Conference (ILC) en dat de toenmalige Director-General van de ILO, Ambassadeur Juan Somavia, toen had benadrukt, dat het moest resulteren in kansen voor vrouwen en mannen om Decent en productief werk te verkrijgen, in omstandigheden van vrijheid, gelijkheid, billijkheid, veiligheid en menselijke waardigheid. De directeur gaf ook aan, dat Decent Work in september 2015 terecht is opgenomen in de 2030 Agenda voor Sustainable Development en wel als SDG 8, Decent Work en Economische Groei.
De heer Mac Andrew merkte op, dat de VSB voorstander is van Decent Work en de realisatie van de SDGs en daarom vaker heeft gepleit voor een holistische benadering van de ontwikkeling van ons land en met name het belang van nationaal geïntegreerd beleid, voorafgegaan door consultaties met de sociale partners en andere stakeholders. De VSB directeur merkte voorts op, dat de VSB dit heeft gedaan in de wetenschap, dat Decent Work, maar ook de realisatie van de andere SDGs in ons land een illusie zal blijven als het gezien wordt als iets, dat slechts een bepaald Ministerie regardeert en niet de totale regering in samenwerking met de sociale partners en andere stakeholders. De heer Mac Andrew ging ook in op enkele bedreigingen voor Decent Work in Suriname, waaronder de toenemende informalisatie van de economie, de smokkel van goederen (illegale economie) en oneerlijke en oneigenlijke concurrentie. Ook het uitblijven van de ratificatie van de EPA en de ondertekening en ratificatie van de EPA tussen CARIFORUM en de UK, waardoor het concurrentievermogen van Surinaamse werkgevers op deze markten ernstig aangetast kan worden, werd aangemerkt als een bedreiging voor Decent Work. De VSB Directeur gaf aan, dat werkgevers onmogelijk continu opgezadeld kunnen worden met steeds stringentere en zwaardere verplichtingen, maar dat de randvoorwaarden voor ondernemerschap en waarde creatie volledig ontbreken. In dit kader merkte de heer Mac Andrew op, dat, hoewel Suriname met 3 plaatsen is gestegen op de Ease of Doing Business Ranking 2020 van de World Bank, bepaalde kanttekeningen betrekking hadden op arbeidswetgeving. Arbeidswetgeving mag nimmer ondernemerschap en het investeringsklimaat aantasten, anders is het ook een bedreiging voor Decent Work. De VSB acht het derhalve ook noodzakelijk, dat alle wettelijke producten geijkt zijn op de Wet Algemenen Bepalingen van Wetgeving (Wet AB), omdat dit component van Decent Work nimmer op een onjuist fundament gestoeld mag zijn, aangezien de repercussies zeer ernstig kunnen zijn.
De heer Mac Andrew benadrukte tenslotte, dat de VSB, zoals gebruikelijk, de uitvoering van het Tweede Decent Work Country Programme constructief zal ondersteunen en begeleiden, maar dat dit ook inhoudt, dat de Vereniging de belangen van werkgevers in ons land onverkort zal meenemen. Suriname, in het bijzonder de sociale partners,alsmede de ILO, werden door de VSB gefeliciteerd met de ondertekening en lancering van het Decent Work Country Programme.